Ontwerptools ||: Schuimsnijder
dinsdag 17 december 2013
Volgvormen en -pen
Voor de volgvorm
werd er beslist om het bij eenvoudige vormen te houden zoals vijf-, zes- en achthoeken.
Eerst werd er getest
rond de vorm. Hiervoor moet er wel een systeem gebruikt worden om de volgpen
tegen de volgvorm te duwen zodat deze de volgvorm goed volgt. Dit kan door het
uiteinde van de 2de
arm van de tekenaap te verbinden naar het vast punt met een veer. Op die wijze
wordt de volgpen weggeduwd van het vast punt in de richting van de volgvorm.
Op de tekening wordt de werking van de veer geschetst.
Volgpen
Na
enkele testen werd vastgesteld dat bij sommige vormen er een probleem
plaatsvond. De volgpen blokkeerde in de volgvorm omdat de bovenkant van de
volgpen te veel ruimte heeft om te bewegen. Daardoor stond de volgpen schuin en
zat de volgpen klem tussen de twee zijkanten van de volgvorm.
Als mogelijke
oplossing werd er gedacht om de tekenaap in plaats van horizontaal, verticaal
te plaatsen. Op deze manier is er geen hinder meer van de zwaartekracht
waardoor er minder problemen zouden moeten komen. En zou zo de volgpen meer
geneigd zijn horizontaal te blijven.
Bij deze
opstelling kan er ook gebruikt worden van twee volgvormen. Hierdoor wordt de
volgpen verplicht om horizontaal te blijven en wordt er moment herleid tot
bijna nul.
Bij het
verticaal opstellen kan de begeleider van de tekenaap ook verplaatst worden van
tussen de twee tekenapen naar de wanden. Daardoor kan de te snijden isomoblok
dikker zijn. Op deze wijze wordt er gebruik gemaakt van twee begeleiders. Ook
dit zal bijdragen tot een hogere nauwkeurigheid dankzij een kleiner moment van
de volgpen.
Daarna werd er onderzoek gedaan naar een
vorm die is uitgesneden en dan de buitenkant gebruiken als volgvorm. Nu kan de
volgvorm gevolgd worden door een veer te spannen tussen het pivot 2 en het vast punt. Op deze
manier wordt de volgpen tegen de volgvorm gedrukt.
Deze optie werd ook afgekeurd omdat op deze
wijze de volgpen schuin getrokken wordt.
Bij de 3de optie wordt er een gleuf
gecreëerd die de volgpen kan volgen. Op deze manier worden er geen onnodige
krachten op de volgpen uitgeoefend.
Overzicht aandrijving &
volgvorm
Bij het
voorlaatste prototype werd de draaibeweging aangedreven door een tandwieltje
dat in verbinding stond met het tandwiel waar de isomo op rust, dat op zijn
beurt dan in verbinding stond met het tandwiel waarop de volgvorm verbonden is.
Probleem? Doordat er slechts 1 volgvormpje werd gebruikt en de volgpen op
verschillende punten ongelijkmatig werd belast, ontstonden er wringingen op de staaf, waardoor deze soms blokkeerde
Oplossing? Alles
is nu 90° gedraaid, waardoor het makkelijk is een as door de twee zijkanten te
steken. Deze as wordt relatief dicht bij elkaar door twee punten gesteund.
Hierdoor is het mogelijk lang beide kanten een volgvorm te voorzien om
wringingskrachten tegen te gaan en een zo hoog mogelijke nauwkeurigheid te
behouden. De aandrijving gebeurt nu ook rechtstreeks aan de volgvormpjes.
Opspannen weerstandsdraad
Onderzoek
Vanaf het begin waren er al enkele opties. Of
de draad kan opgespannen worden tussen 2 punten of de draad gaat heen en terug
en werkt als een soort mes.
Er werd beslist om
met de eerste optie verder te werken. Bij de eerste maquette werden de 2
uiteinden van de weerstandsdraad geplakt op de uiteinden van de tekenaap. Deze
methode was goed genoeg om deze te testen maar voor een finaal model was dit
echter niet strak genoeg.
Opspanmethode
Dan is de zoektocht naar een goede
opspanmethode begonnen. Er werd onderzoek gedaan naar de mogelijk om de draad
op te spannen door er een gewicht aan te hangen langs onder. Dit idee werd
echter direct verworpen omdat door het gewicht de tekenaap schuin ging staan en
zo de nauwkeurigheid weer zou verdwijnen.
Een andere optie was om te werken met
veerkracht. Hier waren weer enkele opties voor.
Optie 1: opspanning A
Op deze tekening is de rode draad de weerstanddraad en de groene draad
een rekker.
Optie 2: opspanning B
Dit werd niet gebruikt omdat het zeer
slecht is voor de draad om zo scherpe bochten te maken. Hoe rechter deze kan
blijven hoe beter.
Optie 3: opspanning C
Om te voorkomen dat de draad een onnodige
hoek moet maken wordt er in de plaats van tekenaap naar tekenaap, van tekenaap
naar box gespannen.
Dit is de methode die uiteindelijk gebruikt
werd in het voorlaatste prototype. De kracht die de veer uitoefent is groot
genoeg om de draad op te spannen en niet te groot zodat de tekenaap niet schuin
getrokken wordt.
Overzicht opspanning
weerstandsdraad
De opspanning werd oorspronkelijk met scherpe
hoekopstellingen gemaakt.
Probleem? De opspanning was niet erg functioneel aangezien het opspannen zelf
niet in de lengte van de weerstandsdraad zat.
Oplossing? Gebruik van een standaard veer die iedereen wel in huis heeft
(balpen) en deze wel in de lengte van de draad plaatsen omdat het plaatsen
onder een hoek de uitzetting niet genoeg opvangt.
Overbrenging
Plaatsing
Bij de 2de maquette zijn de verschillende tandwielen op één lijn geplaatst zodat de geleider er parallel mee kon staan. Er is ook een 4de tandwiel bijgeplaatst. Dit 4de tandwiel heeft als functie de andere aan te drijven. De functie van het eerst tandwiel is om de volgvorm te laten ronddraaien. Het 2de tandwiel heeft als functie om 2 en 3 met elkaar te verbinden. Want deze kunnen niet rechtstreeks met elkaar in verbinding staan want dan zouden ze in tegengestelde richting draaien. Het 3de tandwiel zorgt ervoor dat de blok isomo ronddraait.
Bij de 2de maquette zijn de verschillende tandwielen op één lijn geplaatst zodat de geleider er parallel mee kon staan. Er is ook een 4de tandwiel bijgeplaatst. Dit 4de tandwiel heeft als functie de andere aan te drijven. De functie van het eerst tandwiel is om de volgvorm te laten ronddraaien. Het 2de tandwiel heeft als functie om 2 en 3 met elkaar te verbinden. Want deze kunnen niet rechtstreeks met elkaar in verbinding staan want dan zouden ze in tegengestelde richting draaien. Het 3de tandwiel zorgt ervoor dat de blok isomo ronddraait.
De beweging van de
tandwielen worden geholpen door kogellagers die in de grondplaat zitten.
De tandwielen zijn
in verbinding gesteld met de kogellagers door middel van een as die in de kogellager
spant. De kogellagers zijn in de
MDF-platen geperst
Verbinding
De verbinding van
de as naar het tandwiel gebeurt deels door een losse spanning maar wordt ook
nog verstevigd door een lijmverbinding.
Deze lijmverbinding
was echter niet sterk genoeg en hierdoor slipte de tandwielen.
Dan werd er op zoek
gegaan naar een andere optie. De oplossing die uiteindelijk gekozen werd werkt
met een systeem waarbij er in de as een gat zit. Door die as wordt dan een
nagel gestoken. In het tandwiel zit nu ook een gleuf. Het tandwiel wordt zo
gemonteerd dat de spijker exact in de gleuf past. Hierdoor is er geen slip meer
aanwezig bij de tandwielen.
Toen er beslist werd de machine 90° graden om te draaien moest het
overbrengingssysteem ook veranderen. De tandwielen stonden niet meer
horizontaal maar verticaal. De kogellagers werden er uit gelaten omdat hun
functie niet meer nodig was. De tandwielen blijven
op de assen
draaien. Het verbindingssysteem blijft echter wel hetzelfde. Er wordt enkel nog
een splitpen aan toegevoegd zodat de tandwielen niet van de as kunnen schuiven.
detailopname van een splitpen
Er werd echter nog een probleem ontdekt: als
de tekenaap op een andere schaal wordt ingesteld komt het midden punt van het
derde tandwiel een stuk opzij. Als de machine op een andere schaal moet werken
moet dus niet enkel de tekenaap versteld worden maar ook de tandwielen. Er moesten
dus enkele gaten bijgemaakt worden om voor de verschillende schalen een
correcte overbrengen te verkrijgen.
Gat 1 en 2 zijn altijd bezet. 1 door het vast punt van de tekenaap. In punt 2 is de volgvorm altijd opgespannen. Als het op de kleine schaal staat worden gat 3 en 5 gebruikt. Als het op de grotere schaal staat worden 4 en 6 gebruikt. In 5 of 6 wordt het tussenwiel geplaatst en op 3 of 4 het tandwiel dat de isomo blok aanstuurt.
Wat hebben we geleerd?
-allereerst: mailen en afspreken met verantwoordelijken voor de lasercutter
zodat we daar niet blijven wachten op een goedkeuring op de lijst en er intussen allerlei andere groepen beginnen met laseren.
-Veel en op tijd prototypen, want in real life komen er altijd nog foutjes boven die niet duidelijk waren op de virtuele versie.
-Volgvormen basic houden
-aandrijving is interessanter wanneer deze rechtstreeks wordt aangedreven.
OPMERKING: We hebben het onszelf moeilijk gemaakt door de vorm automatisch te 'laten volgen'. Dit is een van de moeilijkste punten van het systeem.
-Wat hebben we daaruit geleerd? De lat hoger leggen is goed zodat je grenzen verlegt. Wel oppassen met de tijd die je nodig hebt en de tijd die je krijgt.
Tekenaap: vorderingen
Werking tekenaap
Er wordt
verwacht dat weerstandsdraad gespannen wordt tussen de 2 ‘pencil’ punten.
Tussen deze 2 punten moet dus genoeg plaats zijn zodat zowel de hierboven vernoemde
balk, een ondersteuningsvlak en de blok isomo ertussen passen. Dit wordt
bereikt door tussen de verschillende delen van tekenaap cilinders te bevestigen
die een ruimte creëren. Dit is een beetje nadelig voor de nauwkeurigheid omdat
er zo meer gewicht is op punten die niet ondersteund worden en er dus een
groter moment ontstaat., maar de functie is te belangrijk om dit niet te doen.
3.2 overzicht tekenaap
De tekenaap is de verschaler en overbrenger van de
volgbeweging.
Probleem? Omdat de tekenaap uit verschillende scharnierpunten bestaat is dit
een cruciaal stuk. Bij de minste wringing die er is, zal de tekenaap minder
efficiënt en nauwkeurig werken. Enkel door de zwaartekracht werden de scharnierpunten
belast, waardoor alles wat stroever ging. Om dit op te vangen, werd er een
volgkogeltje geplaatst op het uiterste punt van de tekenaap om het meeste op te
vangen. Dit was duidelijk nog niet
genoeg omdat er te veel scharnierpunten zijn waarvan het kogeltje deze niet
allemaal kan opvangen.
Oplossing? De
tekenaap werd 90° gedraaid. Hierdoor zitten alle delen van de tekenaap hangend
naar beneden. Er zijn dus geen of weinig torsiekrachten door de delen op de
scharnierpunten.
De tekenaap wordt nog extra ondersteund
tussen de 3 bovenste bewegende punten zodat de twee tekenapen te allen tijde
gelijk lopen.
Functionele maten tekenaap
De functionele maten hier zijn de afstanden tussen de boringen. Bij
afwijkingen zal de tekenaap klemmen en niet meer correct werken. De beweging
van de tekenaap en dus ook de nauwkeurigheid is voornamelijk afhankelijk van 1)
het fixpunt en 2) de gleuf in de geleider. Met andere woorden: de
nauwkeurigheid is afhankelijk van de geleider. De geleider zit vast in de
behuizing door middel van een vorkverbinding. Deze verbinding vermindert
mogelijke torsie tegenover een pin verbinding.
Alle stukken van
de tekenaap worden gelaserd dus er staat op elke tekening al een
basistolerantie die afhankelijk is van de nauwkeurigheid van de laser. De
lasermachine valt in de nauwkeurigheidsklasse van ISO2768mK. De
standaardtolerantie volgt dus deze tabellen:
tabel 3: met basistoleranties voor
nieuwe constructies
In tabel 3 is af te lezen wat de
toleranties zijn voor lineaire maten, afrondingsstralen, hoogten van
afschuiningen en hoekmaatafwijkingen. Voor de tekenaap moet er gekeken worden
in de rij van m middelmatig (IT 14).
tabel4: basistoleranties vorm- en plaats |
In tabel 4 is
af te lezen wat de toleranties zijn voor rechtheid en vlakheid,
rechthoekigheid
en symmetrie. Er moet gekeken worden in de rij van K.
In de tekenaap
wordt er wel een aantal keer gebruik gemaakt van een passing. De tekenaap wordt
samengehouden met een M5 draadstang. Deze draadstangen verbinden ook de twee
tekenapen met elkaar.
Voor deze
passing wordt er gebruik gemaakt van een glijdende passing. Een glijdende
passing is voor onderdelen die gemakkelijk verschuifbaar moeten zijn, doch die
geen speelruimte mogen hebben. Bij een glijdende passing wordt er voor het gat
H7 gebruikt en voor de as h6.
tabel5: bepalen van passing
Dit werd dus ook op de 2D tekeningen
toegepast:
Dit werd soortgelijk
gedaan met alle andere gaten in de tekening met 1 uitzondering. Bij het pencil
point moet er geen draadstang door maar de weerstandsdraad. Hiervoor moet er
geen passing zijn dus is er ook geen extra tolerantie op gezet.
Eind tekenaap:
finale prototype kast: referenties en overzicht
Hoofdreferentievlakken en hoofdreferentieas
hoofdreferenties |
De hoofdreferentieas is as C. Hier komt het fixpunt van de tekenaap; het
enige niet-dynamische punt ervan. De maten van dit punt zijn gerefereerd aan
vlak A respectievelijk vlak B op figuur 48.
Wat
is er nu concreet veranderd?
-De behuizing is 3x kleiner dan het eerste
prototype. Dit is veel compacter en de boxvorm wordt ook meer benut qua
stevigheid en nauwkeurigheid
-De T-gleuven werden precies afgemeten op
de maten van de boutjes en de moeren waardoor de boutjes vast zitten en de
behuizing dus ook strakker kan worden aangedraaid.
-De geleider bestaat nu uit twee vlakken
waarin de geleidende gleuven zich bevinden. Hierdoor blijft de as die erdoor
zit horizontaal en heeft deze ook twee steunpunten. Een nadeel is wel dat er
hierdoor meer wrijving is, maar aangezien het geheel op die as wordt
aangedreven, wordt die wrijving tenietgedaan, dus is er ook geen probleem.
-Net zoals de dubbele geleidende gleuf, is
er ook een dubbele gleuf voor de weerstandsdraad.
-De aandrijving gebeurt rechtstreeks aan de
volgas. Voor het gemak voor de aandrijving bevind de overbrenging zich aan de
buitenkant van de machine. Ook ter reparatie en om volgvormen te verwisselen is
dit handiger.
-De bodem is nog steeds 3x zo dik zodat de wanden een zo klein mogelijke afwijking zouden hebben qua haaksheid tegenover de bodem
Abonneren op:
Posts (Atom)